Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet tijdelijke maatregelen inzake aftrekbaarheid van kosten van groot onderhoud en van schilderwerk

 

Artikel 2
1
Voor de toepassing van artikel 42a, eerste lid, aanhef en letter b, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden, in afwijking in zoverre van het in letter b van dat lid bepaalde, kosten ter zake van het grote onderhoud van een eigen woning die de belastingplichtige reeds ten minste een jaar als hoofdverblijf ter beschikking staat in aanmerking genomen voor zover:
a
het grote onderhoud door een ondernemer als is bedoeld in artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Stb. 329) wordt uitgevoerd voor 1 januari 1986 ingevolge een op of na 1 januari 1983 verstrekte opdracht;
b
de kosten blijken uit facturen welke voldoen aan de in het vierde lid vermelde vereisten; en
c
de kosten zijn betaald voor 1 januari 1986.
Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op kosten van schilderwerk die niet zijn aan te merken als kosten ter zake van het grote onderhoud, met dien verstande dat:
1
de in de aanhef van die volzin opgenomen termijn van ten minste een jaar niet geldt;
2
in plaats van de in letter a van die volzin opgenomen datum 1 januari 1983 de datum 1 juli 1983 geldt.
2
Als kosten ter zake van het grote onderhoud als zijn bedoeld in het eerste lid worden mede beschouwd de in afwijking van artikel 35, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 als aftrekbare kosten aan te merken kosten van thermische isolatie welke in directe samenhang met het grote onderhoud worden gemaakt. De voor aftrek in aanmerking te nemen kosten van schilderwerk belopen 60% van het gezamenlijke bedrag van de in het jaar betaalde, niet als kosten ter zake van het grote onderhoud aan te merken, kosten voor aan de woning verricht schilderwerk, ongeacht of deze kosten op zichzelf beschouwd aftrekbare kosten zouden vormen doch onverminderd het bepaalde in het eerste lid, tweede volzin.
3
De in het eerste lid bedoelde kosten worden in aanmerking genomen in het jaar waarin zij zijn betaald:
a
wat betreft de kosten ter zake van het grote onderhoud voor zover zij in dat jaar te zamen zowel f 2000 als 2? maal de op de voet van artikel 1, eerste lid, te bepalen huurwaarde van de woning te boven gaan, doch tot geen hoger bedrag dan f 20 000;
b
wat betreft de kosten van schilderwerk voor zover zij in dat jaar te zamen zowel f 1000 als eenmaal de op de voet van artikel 1, eerste lid, te bepalen huurwaarde van de woning te boven gaan, doch tot geen hoger bedrag dan f 5000.
4
De in het eerste lid bedoelde facturen dienen te zijn gedagtekend en op duidelijke en overzichtelijke wijze te vermelden:
a
naam en adres van de ondernemer die de werkzaamheden heeft uitgevoerd;
b
naam en adres van de belastingplichtige voor wiens rekening de werkzaamheden zijn uitgevoerd;
c
de dag waarop de opdracht daartoe is verstrekt;
d
het tijdvak waarin en de woning waaraan de werkzaamheden zijn uitgevoerd; en
e
een specificatie van de in dat tijdvak verrichte diensten en daarvoor geleverde goederen en van de voor die diensten en goederen verschuldigde vergoeding.
5
Kosten ter zake van het grote onderhoud die als aftrekbare kosten in aanmerking komen ingevolge zowel dit artikel als artikel 42a, vijfde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden slechts eenmaal in aanmerking genomen en wel op de voet van de bepaling die voor de belastingplichtige tot de gunstigste uitkomst leidt.
6
Met betrekking tot een eigen woning die is ingeschreven in het register als is bedoeld in artikel 10 van de Monumentenwet (Stb. 1961, 200) vindt het eerste lid, eerste volzin, uitsluitend toepassing op de ingevolge het tweede lid als aftrekbare kosten aan te merken kosten van thermische isolatie, met dien verstande dat voor het in aanmerking nemen van deze kosten, in afwijking in zoverre van het bepaalde in het derde lid, niet de beperking geldt dat zij alleen aftrekbaar zijn voor zover de kosten te zamen het in dat lid, letter a, voor de woning gestelde minimumbedrag overschrijden.
7
Kosten van schilderwerk die als aftrekbare kosten in aanmerking komen ingevolge zowel dit artikel als artikel 42a, zesde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden slechts eenmaal in aanmerking genomen en wel op de voet van de bepaling die voor de belastingplichtige tot de gunstigste uitkomst leidt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •